Overdenking
Twee honderd jaar kerk. D.w.z. twee eeuwen protestant kerkgebouw(en). "Hoe lieflijk zijn uwe woningen, o
Heer der heerscharen. Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des heren" (Psalm 84).
Hoe trots en gelukkig zullen de protestanten twee eeuwen geleden geweest zijn, toen zij de voorhoven van hun
kerkjes konden betreden. De een heeft weliswaar helemaal geen voorhof, je valt zogezegd met de deur in huis
of met de neus in de boter (hoe je het bekijkt); en de andere heeft een kleine voorhof; maar toch....
Lieflijke gebouwtjes, wat zeg ik...... gebouwtjes, woningen van God, Gods huizen.
Twee eeuwen kerk.
Dat woord komt van 'kuriake' = 'wat van de Heer is'. En ieder snapt dan wel dat het bij kuriake/kyriake
(wat van de Heer is) niet alleen gaat om de (kerk)gebouwen, maar om de gemeentes in alle plaatsen en tijden
(wereldwijd en eeuwenlang). Die gemeente die gaat en gaat en in haar gang:
sturing en leiding nodig heeft roeping en bijstand
en bij valpartijen weer moet worden opgeraapt. Zij, i.e. gemeente, zij i.e. kerk heeft weet van haar
dragende grond en belijdt die met de oude woorden: Ik geloof in God de Vader, en in de Zoon en in de HG.
Geloven als vertrouwen.
En natuurlijk zegt of zingt de gemeente, de kerk NIET: ik geloof
IN de kerk. Ze zegt of zingt: ik geloof de heilige katholieke kerk (credo sanctam ecclesiam catholicam).
Niet dus: ik geloof IN de kerk, maar ik geloof 'de kerk'. Ze gelooft namelijk niet IN zichzelf, ze
stelt haar vertouwen niet IN zichzelf. Ze stelt haar geloof en vertrouwen IN de Vader, Zoon en HG.
Kortom: de kerk, de gemeente gelooft niet In de kerk, maar gelooft 'de kerk'.
Ze spreekt daarmee uit
dat ze het voorlaatste is. Dat ze leeft van het licht en de goedheid en de inspiratie van Vader,
Zoon en HG, het zng. laatste. En dat ze zo, en alleen zo bestaat, ja kan bestaan. Dat ze zo
en alleen zo kerk is, kuriake: 'van de Heer'. Gemeentes.... een gemeente is gaan en gaan;
de plaatsen en tijden door en heeft in haar gang sturing en leiding nodig; roeping en bijstand;
en bij valpartijen moet worden opgeraapt. Zij, die gemeente, kerk heeft weet van haar dragende grond
en belijdt die met de woorden van Tussentijds nr 96 (ZINGEN).
Twee honderd jaar kerk.
D.w.z. twee eeuwen prot. kerkgebouw(en). "Hoe lieflijk zijn uw woningen, o Heer der heerscharen.
Mijn ziel verlangt, ja mijn ziel smacht naar de voorhoven des Heren; mijn hart en mijn vlees jubelen
tot de levende God". Hoe trots en vooral ook hoe gelukkig zullen de protestanten twee eeuwen geleden
geweest zijn. Want een gemeente mag zich dan laten roepen om te leven en te gaan.......
Het blijkt dat een plek, een oriëntatieplek van groot belang is. Een plek om God te zoeken, aan te roepen en te prijzen.
Een plek om elkaar DAARIN te ontmoeten. En plék die een eigen wijding, kaliber, gehalte heeft.
Kortom: een gebouwtje, een tempel, een kerk of kathedraal, of een recreatie zaaltje in verpleeghuis, met
een paar handgrepen zoals kaarsen, bloemen, een bijbel en antependium omgebouwd in 'kerk'. Zulke plekken
zijn van wezenlijk belang, blijkt de eeuwen door. Voor een gemeente als vierplek en plek van inspiratie
en ontmoeting.
En als dat nou niet mogelijk is. Als je op de vlucht bent; of als je kerk door
een menselijke of natuurramp verdwijnt; of als je gemeente geen geld voor onderhoud van een vierplek
meer heeft........ Wat dan? Verloopt de gemeente en daarmee de kerk? Verdwijnt ze?
Ik denk wel dat ze verloopt. Want zonder een duidelijk aanwijsbare plek, met gehalte -
en dat kan laag of hoogdrempelig zijn, denk aan bv. de Cathrien in Eindhoven of ons kerkje in
Hoogeloon-; zonder een plaats/plek zal een gemeente, een kerk het moeten hebben van haar
leden: die het de moeite waard vinden om iets te bedenken (SELA).
- Zoals schuilkerken, op diverse min of meer verborgen locatie.
- Of samenkomsten 'onder een eik'. - Of elders aanhaken;
- Of een happening zonder binding aan welke gemeente dan ook in een polder.
- Of ja of .... Wat zouden wij doen?
Zou er in ons een deel van het vuur van ds. Lagerweij zijn, die in 1887 nav de doleantie =
afscheiding van de Gereformeerde kerken sprak: "Niet dolerend hebben wij een eigen roeping
te vervullen. In het midden tussen Roomsch bijgeloof en Protestantsch ongeloof moet onze eigen
kerk voor allen een zichtbaar lichtbaken zijn en blijven"...... (Joke: het gaat me niet
om de gedateerde inhoud van toen, maar om de hartstocht>>).
'Onze eigen kerk'; deze ds. uit de 19de eeuw heeft het over een belijden, een visie,
een profiel. Maar toch ook wel over de twee plekken: dat die er zijn: die
protestante vierplekken en dat die protestanten zich niet laten afleiden door
scheuringen!
Wat zouden wij doen anno 2013???!! En over twaalf jaar
in 2025?!
Jezus, o.a. de leraar spreekt zeer vaak in gelijkenissen.
En geeft toen en nu voor hoorders inzichten of doorkijkjes. Er zijn er beroemde over
relaties of over ethische/ethnische/religieuze kwesties.
Veel laagdrempelige zijn z'n zgn. natuurgelijkenissen; die zijn soms heel kort.
Ontleend aan het leven op het land, het buitenleven. De schare, de menigte is
toegestroomd vanwege de hype die Jezus is, een zgn. 'event'.
En hij spreekt klare taal, zgn. laagdrempelig.
Hij spreekt over kaf en koren, en daarmee over goed en kwaad.
Deze twee blijven niet alleen in de natuur gemengd, tot hét moment daar is;
maar ook in het sociale leven en ook in de kerk/ de gemeente blijven zij gemengd, tot
hét moment daar is. Goeden en kwaden, kleinen en groten. Het loopt door elkaar heen:
wij allen behoren tot het VOORLAATSTE. En er zullen dus tijden zijn van grote
hypes en goedgevulde kerken. En er zullen tijden zijn van angst of armoede, of
onverschilligheid. Golfbewegingen, de eeuwen door.
Dat zelfde koninkrijk
van God kan worden beschouwd als het kleinste der zaden, wie ziet het? Of als het zuurdesem
in brood, zorgvuldig door een vrouw/God aangebracht, verborgen, wie merkt het op?
Even zijn wij ZO buiten bijeen als de schare, als de menigte. Wij bestaan uit kaf en koren; ws.
allebei. En onze drang tot Gods koninkrijk in ons leven blijkt vanzelf wel. In ons leven,
Voor alsnog mogen wij zijn 'kyriake', 'wat van de Heer' is. En Hem in ons leven van alledag
aanroepen, ieder voor zich en met elkaar samen. Tot aan het eind der tijden leven wij
in het VOORLAATSTE. En dat is een leven met of zonder kerkjes.
Als kaf en koren. Het is ook een leven, als we dat willen, vanuit de Vader en de Zoon
en de HG.
amen
|