Overdenking
Barmhartige Samaritaan
Gemeente van Christus,
Je hebt van die bijbelverhalen die iedereen kent…
Misschien is het verhaal van vanochtend, over de barmhartige Samaritaan,
Wel een van de bekendste verhalen uit de bijbel. Zelfs buiten de kerk, zal het voor veel mensen
een belletje doen rinkelen. Zoals wel meer verhalen in de bijbel
Is het verhaal over de barmhartige samaritaan Ook cultureel gemeengoed geworden.
Natuurlijk is het niet per definitie verkeerd, dat bijbelverhalen zo overbekend worden
Dat ze ook buiten de kerk een rol gaan spelen Er sluikt alleen wel het gevaar in,
het grote gevaar, Dat die verhalen aan zeggingskracht verliezen Juist omdat ze zo bekend zijn
Iedereen kent het verhaal, maar heeft het ons echt nog wel wat te zeggen?
Eigenlijk wel grappig… wij zijn misschien wel net als die wetgeleerde Aan wie Jezus het verhaal vertelt
Ook hij lijkt het prima te weten Wat er in de Bijbel staat – over naastenliefde
Maar het lijkt bij hem vooral te blijven bij studeerkamerwijsheid Een academisch discours,
abstracte waarheid Zal hij het ook echt in de praktijk weten te brengen?
Een wetgeleerde in de bijbel, dat is niet een advocaat of een meester in de rechten.
Dat is misschien de eerste associatie die wij zouden hebben. Als het in de bijbel gaat
over een wetgeleerde, dan wordt bedoeld iemand die Torah heeft bestudeerd, de bijbel,
Gods Wet. Een wetgeleerde in de bijbel is dus eerder een theoloog dan een advocaat.
Gemeente, pas op voor theologen! Ik ken er heel wat, en ben er zelf bovendien ook één!
En ik weet uit ervaring dat theologen soms hele vervelende mensen kunnen zijn… Dan moet ik ook de hand in
eigen boezem steken hoor: Theologen blijven graag hangen in theoretische en abstracte discussies,
Soms ook een beetje om maar intellectueel te doen En we houden ervan, om grote vragen op te werpen
Waarbij we soms de dingen veel moeilijker maken Dan ze zijn… Daarom worden ze denk ik ook vaak genoemd
in de Bijbel, in het Evangelie Als degenen met Jezus het steeds aan de stok krijgt…
Zo ook de schriftgeleerde, die in onze lezing van zonet opstond, om Jezus te beproeven.
‘Wat moet ik doen om het eeuwig leven te krijgen?’, vraagt hij met enig voelbaar sarcasme.
Dat is misschien ook wel een typisch theologen-trekje: sarcasme. Hij wil Jezus bovendien beproeven,
staat er. Hem onderuithalen, proberen te ontmaskeren als een valse profeet
Maar Jezus doorziet dat wel, en antwoordt de man door hem een wedervraag te stellen:
Jij bent toch een schriftgeleerde, een theo-loog, jij weet het toch zo goed?
Jij hebt de bijbel toch bestudeerd… wat staat daar dan in? Of misschien nog belangrijker:
Hoe leg jij, met al jouw geleerdheid en kennis, uit wat je in de bijbel leest. Hoe leest u?,
vraagt Jezus letterlijk. Misschien zit hem daarin wel de crux van het verhaal: Hoe leest u...
Hoe leest u de wet, hoe lees je de bijbel Het gaat er blijkbaar niet zozeer om wat je leest, maar hoe
je het leest Wat je insteek is bij het lezen van de Heilige Schrift Lees je daar alleen maar
regeltjes die je moet gehoorzamen, Of gaat het meer om de Geest achter die regeltjes?
“Heb de Heer uw God lief Met heel uw hart, heel uw ziel en heel uw verstand En uw naaste als uzelf”
Prima antwoord van de wetgeleerde. En een betere samenvatting van de bijbel is er niet te geven.
Zo was ook al in de tijd van Jezus het inzicht. Het lijkt ook een simpel antwoord.
Maar meent onze wetgeleerde wel wat hij antwoord? Begrijpt hij het wel echt? Of geeft hij
dit antwoord alleen maar omdat hij weet Dat dat is wat Jezus van hem wil horen? Want dan lezen we,
dat hij zichzelf wil rechtvaardigen Wie is dan mijn naaste?, vraagt hij Zou hij dat gedaan hebben om
als een goed theoloog, De dingen weer veel moeilijker te maken dan ze zijn Om eens even lekker met die
Rabbi Jezus te filosoferen Over wie je naaste is en wie niet Of zou hij het echt niet weten?
Jezus zal hem opnieuw antwoorden met een wedervraag Maar die leidt hij in met het
inmiddels zo overbekende verhaal Een man, na een brute roofoverval aan zijn lot overgelaten
Langs de kant van de weg De weg tussen Jeruzalem en Jericho, een passage die in die tijd
Bekend stond als uiterst gevaarlijk Niet zelden werden er mensen beroofd En dan komen er drie mannen
langs De eerste is een priester – een man van God zou je denken Maar hij schenkt geen aandacht
aan het slachtoffer Misschien heeft hij haast, is hij op weg naar de Tempel voor de eredienst
Ja, die moet natuurlijk wel doorgaan… Misschien is hij wel bang Dat contact met het slachtoffer
Hem zal verontreinigen Zodat hij niet de dienst aan God kan voltrekken… Dan komt er een Leviet langs.
Dat was een soort hulp-priester. Ook hij zal er zo zijn redenen wel voor hebben gehad
Ons naamloze slachtoffer te laten liggen En er zelfs met een grote boog omheen te lopen Ja,
je kunt er natuurlijk altijd wel een excuus voor verzinnen… De derde passant is een Samaritaan.
Samaritanen en Israelieten waren buurvolken, Maar ze konden op zijn zachtst gezegd niet goed met elkaar
overweg Ze konden elkaars bloed wel drinken – joden en samaritanen “Samaritaan” was in die tijd
zelfs een scheldwoord! Zoals we duitsers in WO II ‘mof’ noemden, Of denk aan hoe wij het soms hebben over
‘kutmarokkanen’ En uitgerekend deze samaritaan, deze vijand, Dit symbool van het grote
kwaad die door sommige joden bovendien ook nog eens als onrein werd gezien uitgerekend deze man
(of misschien was het wel een vrouw, dat weten we eigenlijk niet…) biedt hulp. En hoe!
Hij verzorgt en verbindt de wonden van de man, en neemt hem op zijn kameel mee naar de stad, om hem daar
verder te verzorgen Ja zelfs is hij bereid eventuele extra kosten Later nog voor de man te betalen
De samaritaan denkt niet in hokjes, Hij kijkt door de vooroordelen heen Die samaritanen
waarschijnlijk ook tegenover joden koesterden die samaritaan ziet in eerste instantie
de mens in de ander hij denkt er niet bij na, of die ander wel tot het goede volk behoort
hij is niet bang om verontreinigd te worden door het slachtoffer, hij is niet bang om letterlijk
zijn handen aan het slachtoffer vuil te maken hij ziet simpelweg een mede-mens die hulp nodig
heeft en biedt hem die hulp *** Wie is nu de naaste geworden van het slachtoffer?
Eigenlijk draait Jezus de vraag die de wetgeleerde hem stelde radicaal om Het gaat er niet
zozeer om wie je naaste is, Maar veel meer voor wie en hoe je zelf een naaste kunt zijn voor anderen
Zoals Lucas dit hele verhaal heeft neergeschreven, Is het voor velerlei interpretatie vatbaar
Sommigen denken, dat Jezus in de parabel De priester en de leviet gebruikt om de wetgeleerde een spiegel voor
te houden Zij zijn net als hij theologen mannen van wie een groot religieus, moreel en ethisch besef
mocht worden verwacht Maar juist zij geven het verkeerde voorbeeld, En blijken eerder schijn-heilig
Terwijl de Samaritaan het goede doet Terwijl ik vandeweek met deze tekst bezig was
Viel me opeens op hoe Jezus het verhaal van de barmhartige Samaritaan opent In de Nieuwe bijbelvertaling is dat
jammer genoeg een beetje weggevallen: Er was eens een man, zo het lijkt een beetje een sprookje geworden
Maar letterlijk staat in de grondtekst: een zeker man Voor hoorders in die tijd was wel duidelijk over wie Jezus
het had En zeker de wetgeleerde zal het wel begrepen hebben: Die man, dat slachtoffer van die overval, dat
sloeg op hem! Jezus plaatste hem in het verhaal als slachtoffer Hij was degene die hulp nodig had, Die afhankelijk
was van anderen! Misschien schrok hij wel, die schriftgeleerde Toen hij besefte dat Jezus het over hem had
Maar misschien was dat wel de les die hij nodig had Hijzelf, letterlijk en figuurlijk uitgekleed langs de rand van de weg
Afhankelijk van andermans hulp Dan kom je niet zover meer met je studeerkamer-wijsheid Dan vraag je je niet af – wie
je naaste is En je gaat er zeker niet over in debat En je denkt al helemaal niet meer aan regeltjes Dit is goed en
dat is fout Dit is rein en dat is onrein O nee, een Samaritaan – maar die mag mij geen helpende hand bieden
Die is onrein… Nee door hem wil ik niet gered, hij is mijn vijand! Nee als je zelf in zo’n situatie verkeert Ben je
simpelweg blij Als er iemand is die je helpt Zelfs als het je grootste vijand is! Door de wetgeleerde in het
verhaal te plaatsen als slachtoffer Maakt Jezus het hem pijnlijk helder: Je naaste is niet alleen wie je letterlijk
naast is, Je familie, je vrienden, je geliefde… Het blijft niet beperkt tot je eigen kring, Of tot je eigen volk,
Het zijn niet alleen je vrienden Je naaste is een ieder die op je pad komt En jouw naastenliefde nodig is Zelfs al kost
het jou veel… Energie, tijd, geld… De Samaritaan spaart kosten noch moeite Voor die onbekende, die hij nog nooit heeft
gezien En misschien daarna ook nooit meer zal zien *** Hoe lees je de Wet? Hoe lezen wij de Bijbel, het
Evangelie? Net als de wetgeleerde, denk ik dat we allemaal het antwoord wel weten God liefhebben boven alles
En je naaste als jezelf Het klinkt zo simpel. We weten allemaal dat dat van ons gevraagd wordt En de
meesten van ons zullen ook zeggen Dat we dat doen Maar leven we er ook echt naar? Als het puntje bij het paaltje
komt Is het toch zoveel makkelijker, om te zijn als de priester en de leviet Om tegen wie in nood is te zeggen:
bekijk het zelf maar Om smoesjes en uitvluchten te verzinnen Om niet te hoeven helpen, Geen naaste te hoeven
zijn En om je te willen rechtvaardigen Zoals de wetgeleerde En je kunt je zelfs verschuilen achter je religie
Of de regeltjes van je geloof Het zit misschien zelfs in religie ingebakken Om in hokjes te denken,
Anderen zelfs te verketteren Omdat ze een andere etniciteit hebben, Of een ander geloof. Ook christenen is het
helaas niet vreemd Maar dat is toch niet wat Jezus ons leert? Wil Hij ons met dit verhaal niet juist leren
Om altijd je mede-mens voor ogen te houden als naaste Als schepsel en kind van dezelfde Vader? Om er niet over na te
denken Of die ander wel bij je eigen volk behoort, Of het juiste geloof aanhangt? Wil hij ons hier niet juist
leren Over die hokjes en vooroordelen heen te kijken En onvoorwaardelijk liefde te geven aan de medemens die op
ons pad komt? Onvoorwaardelijk en zonder aanzien des persoons. Dat is ook hoe Jezus, hoe God Ons liefheeft
En dat is hoe God wil dat wij naar onze mede-mens kijken *** God en je naaste liefhebben
Dat zijn mooie woorden Maar uiteindelijk draait het misschien niet eens zozeer om die woorden
Het gaat eigenlijk om een “mind-set” Dat wordt ook wel duidelijk in het verhaal Het gaat niet zozeer om wat
de Samaritaan doet Misschien meer om wat hij voelt: Hij voelde een diep medelijden Ook dit valt jammer
genoeg weg in de vertaling Letterlijk staat er in het grieks: Hij werd tot in zijn ingewanden bewogen
Tot in zijn ingewanden Misschien voelden de priester en de leviet ook wel medelijden Zelfs wel een diep
medelijden Met het slachtoffer van de overval Maar waren ze te druk met andere dingen Of ze waren zelfs bang,
Bang om verontreinigd te worden, Misschien zelfs bang dat dat slachtoffer Een truc uithaalde
En misschien hen wel zou overvallen Het kan heel makkelijk zijn Om je af te sluiten Voor het leed in de
wereld, Het leed van je naaste Worden ook wij niet vaak in beslag genomen Door andere dingen? Zijn ook
wij niet soms simpelweg te bang? Het is vaak zo makkelijk Om de andere kant op te kijken En geen
hulp te bieden Om niet (echt) open te staan voor je mede-mens Ook al weet je van binnen wel dat dat
eigenlijk niet moet Ook al weten wij als christenen, Dat God iets anders van ons verlangt Daarom wil ik u
(en mezelf) uitdagen, gemeente Laten we de komende week eens proberen Om ons –door God gegeven- gevoel van compassie
weer in te schakelen Die ‘mind-set’ van de Samaritaan over te nemen Laten we allereerst proberen
Eens echt open te staan, Voor wat we om ons heen zien gebeuren Alles wat goed is, maar ook alles wat slecht is in de
wereld En laten we vervolgens proberen Ons gevoel te laten spreken Misschien wel tot in onze ingewanden
Misschien kunnen we dan worden zoals die barmhartige Samaritaan Worden zoals God ons ten diepste bedoeld heeft
Oprecht vol mededogen en liefde tot onze naaste Mededogen en liefde tot in ons binnenste Met altijd de mens in de ander
voor ogen.
Amen.
|